Tijdens de fotografie/ film sessies voor de schouw, kwamen wij bij een aantal aquaria de Pangio kuhlii tegen. Een leuk geel/zwart gestreepte modderkruiper met de Nederlandse naam Indische modderkruiper.

Robert gaf als reden:

In mijn jeugd had ik een aquarium. Deze had zo een geweldig luchtaangedreven buitenfilter. Dat hing aan het aquarium. Veel kennis had ik niet. Mijn vader hielp. In het dorp waar ik getogen ben, hadden we in het winkelcentrum een dierenzaak. Daar kocht ik van mijn bij elkaar gesprokkelde zakgeld mijn eerste vis. Ik hoor mij nog zeggen, het is wel een mannetje toch? Het was een slangetje, een kuhlii. Nadat ik het in mijn bak had gedaan, heb ik deze nooit meer teruggezien. Wat ik nu wel begrijp
Jaren later kocht ik weer wat kuhlii's. Nu in Zoetermeer. Een kind zag de inhoud van het zakje. Hij schreeuwde door de winkel: "Mam, slangen...". Helemaal verbaasd en verwonderd keek hij mij na.

Bij de ene bak zagen we hem solitair terwijl we hem in andere aquaria weer in een groep zagen (gemeengoed is dat de vis solitair leeft, of in ieder geval niet als school). Eigenlijk wist ik niet zo veel van deze Kuhlii en ging dus op zoek naar meer informatie

Zo leerde ik dat de Indische modderkruiper een van de bekendste “koelies” is. Ze komen voor in Azië, o.a. in Borneo waar we hem helaas niet hebben gezien. Samen met de Siamese algeneter en de Botia’s, die ook uit Azië komen, behoren ze tot de modderkruipers.

Het is een schuwe, nachtactieve bodemvis. Alhoewel wanneer in grotere getale gehouden ze overdag ook goed zichtbaar zijn. Gedempt licht vinden ze prettig. Bij verandering van luchtdruk zwemmen ze nerveus door het water. In een aquarium dus van de ene naar de andere kant voor de voorruit (om gek van te worden). Ze verdienen niet voor niets de naam weervisje... Gedrag dat ook zichtbaar is na een grote waterwissel met kouder water.

De oude naam was Acanthopthalmus kuhlii. Oftewel Acantha staat voor stekel, doorn. Opthalmos staat voor oog en kuhlii is naar de Duitse zoöloog Kuhll. De vis behoort tot de familie Cobitidae, de orde Cypriniformes en klasse Actinopterygii.

De basiskleur varieert van roze tot zwart. Ze hebben 10 tot 14 bruine banden. Op de ogen hebben ze een membraan dat de ogen beschermd tijdens voedsel zoeken. Onder elk oog hebben ze een stekel. Het mannetje heeft grotere borstvinnen. Het vrouwtje is dikker, heeft een rondere buik. De groene ovaria zouden duidelijk zichtbaar moeten zijn.

Er zijn vele ondersoorten.

Van de ondersoorten zijn regelmatig in de handel verkrijgbaar de P. myersi, P. semicintus, P shelfordi en P. oblonga. Deze laatste heeft geen tekening maar is helemaal grijs en deze schijnt zich ook wat vaker te laten zien in het aquarium.

De Pangio Kuhlii is min of meer een solitaire vis, alhoewel je hem ook wel met meerdere soortgenoten kan houden, maar dat hoeft niet. Deze soort is in zacht, ietwat zuur water gemakkelijk te houden. De dieren vragen een goed beplant aquarium met een zachte bodem en veel stenen of kienhout om zich te verschuilen. Deze vissen houden van gedempt licht. Dit kan je in een goed verlichte bak maken door wat bodembegroeiing in je bak te planten. Denk dan aan soorten Anubias en kleine Crypto’s.

Het aquarium moet 80 cm. of groter zijn. Modderkruipers zijn gravers bij uitstek, zo ook de Indische modderkruiper. De vis is een echte bodembewoner, en is bijna altijd te zien terwijl hij tussen de plantenwortels op zoek is naar zijn voedsel, dat bestaat uit kleine kreeftachtigen, plan tenresten en ander organisch afval. Het is dan ook de vraag of de onderstaande bodem nu zo gunstig is. Maar alle baardraden zijn er nog... Zand heeft toch de voorkeur boven grind. Turf (pluizen) wordt graag geaccepteerd als slaapplek.

Kuhlii’s eten altijd in de schemering of ’s nachts. Dan zijn ze ook actiever en zal je ze sneller uit hun vertrouwde en beschermde omgeving kunnen aantreffen in het aquarium. Je kunt ze het beste voederen net voordat het licht uitgaat. Ze lusten voedertabletten en allerlei levend en diepvries voer.


Cobitis taeania

De kweek is wel mogelijk in het aquarium maar is erg moeilijk. Er is nog steeds niet heel veel over bekend. We weten dat de dieren lichtgroene eitjes produceren die vlakbij de waterspiegel worden afgezet aan de plantjes. Het onderscheid van man of vrouw is bijna niet te zien, dus is het altijd maar afwachten.

En misschien een rare tip. Maak je hele aquarium goed dicht, ze kunnen door kleine gaatjes ontsnappen. Ook moet je oppassen met de pompen, hier kunnen ze vaak in verdwijnen.

Ook in Nederland hebben we een koudwater modderkruiper. Namelijk de Cobitis taeania en deze is beschermd.

Een voorbeeld van het leefgebied van de Pangio Kuhlii in Borneo: de Lipad rivier.