Deel I en II vormen een hele lap tekst. U weet nu waarom u "moet" voeden en dat er heel veel te koop is. Maar wat nu? U kunt nog steeds verdwalen bij uw aquariumwinkel tussen al die verschillende soorten. En is elk flesje nu wel nodig? Of moet toch gekozen worden voor een "zware bodem"?
Er moet niets. De aquariumhobby is niet zwart-wit. Dit derde deel heeft als titel Advies meegekregen. Maar dan in de meest brede zin van de betekenis. Er worden aquaria besproken met de mogelijkheden. De keuze is aan uzelf. Natuurlijk zal er wel een samenvattende nabeschouwing gegeven worden.
Wanneer u een keuze maakt, zal niet alleen het aquarium bepalend zijn. Maar ook de persoon die u bent. Stel uzelf daarom de volgende vragen:
Hieronder worden een aantal verschillende aquaria getoond. Van soort naar soort. Van weinig biomassa naar veel biomassa. Het onderscheid is misschien grof en geconstrueerd, maar door naar de aquaria te kijken en de opmerkingen te lezen, komt u vanzelf tot de conclusie wat bij u past en wat voor consequenties dat heeft voor plantenvoeding. Achtereenvolgens zijn dit:
In het tweede deel m.b.t. gezelschapsaquaria zullen twee methoden worden besproken in het kader van een vol beplant aquarium: de "Walstad"-methode en de Estimative index. Dit zijn ogenschijnlijk twee tegenpolen. Denk aan zware bodem en geen toevoeging versus kale bodem en toevoeging, geen CO2-toevoeging en toch wel veel CO2 toevoeging, maar ook geen waterverversing versus grote waterversingen.
Toch is dat onderscheid minder extreem als het lijkt. En vanuit de wet van het minimum goed te beredeneren. Bedenk tevens nogmaals dat onze hobby niet zwart-wit is. Tussen deze twee "extremen" is er veel mogelijk (en zijn er methoden als PPS, CIM, Gecombineerde methode). Het voert te ver om al die methoden te bespreken. Door te volstaan met de zogenaamde extremen kan u zich een beeld vormen van hoe de wet van het minimum in de praktijk wordt gebracht, en zult u nogmaals zien dat al die "bejaarde aquarianen die nog in de vorige eeuw leven" echt niet zo gek blijken.
Bij de bespreking van de methoden zal tot uiting komen dat het antwoord op de eerder genoemde vragen bepalender is voor een keuze dan men denkt. Is de één beter dan de ander? Het zal geen verrassing zijn dat met beide methoden uitstekende resultaten zijn te behalen. Het gaat namelijk niet om de methode waarmee men planten voed, het gaat om het voeden van planten.
![]() |
Drie van de vragen lijkt ons relevant om te beantwoorden bij dit type aquarium.
|
Twee (te vergroten) foto's van Tanganyika aquaria, met planten (de linker is van Henk Rijnsburger, de rechter van de schrijver). Natuurlijk zijn er veel Malawi- of Tanganyika-aquarium zonder beplanting, maar die behoeven hier niet te worden aangestipt. Het is duidelijk dat die geen plantenvoeding nodig hebben. Althans... Zie de foto rechts. Een prachtig aquarium (Malawi), zonder planten. Hoge planten, wel te verstaan. Algen zijn er volop. En wanneer u de link aanklikt, zult u lezen: Deze algengroei wordt bevordert met plantenvoeding die wekelijks het aquarium in gaat.
De gebruikte beplanting in de aquaria uit onze vereniging zijn:
De volgende foto komt van aquaforum.nl. Een foto die we u niet willen onthouden. Biotoop-incorrect, maar de foto geeft een indicatie dat het anders kan. Javavaren in een Tanganyika-aquarium. En wel smetteloze Javavaren. Alhoewel het nog steeds een vermoeden is, lijkt het dat Javavaren ook in staat is om in zich aan hard water aan te passen.
De foto in kwestie is er overigens één uit de fotowedstrijd 2007 (deelnemer B12) van het benoemde forum. Toendertijd was er veel over te doen omdat dit aquarium in de categorie biotopen meedeed. Bij een NBAT-keuring wordt er voor die Javavaren met zekerheid puntenaftrek gegeven. Echter de eigenaar vond het gewoon mooi. En hij mag er naar kijken.
Terug naar de plantenvoeding. Wanneer de "gouden driehoek" in gedachten wordt genomen, dan zal licht als beperkende factor aan te merken zijn. Iets wat kenmerkend is voor dit soort aquaria. Een paar kenmerken op een rij zijn:
Duidelijk zal zijn dat plantenvoeding niet in grote hoeveelheden nodig is, mocht het toegevoegd worden.
Absolute verboden bij dit soort aquaria zijn:
Het toevoegen van CO2 is overbodig maar voornamelijk eerder ongewenst. Mocht u ooit het advies krijgen CO2 toe te voegen aan een dergelijk aquarium, tja, dan denkt u maar verkeerd advies. Vissen in dit type aquaria willen graag een hoge pH, KH en GH. De planten zijn allemaal in staat tot biogene ontkalking of ontwikkelen drijfbladeren. Die halen hun C (O2) wel elders.
![]() |
Maar het toevoegen van een C-oplossing is dan toch wel een optie? Die beïnvloeden de pH niet? En biogene ontkalking zal meer energie kosten dan het direct kunnen opnemen van C? Maar dat is dan wel afhankelijk van het type produkt. Wanneer een produkt op een algenremmend middel is gebaseerd, is dat niet een oplossing. In onze ogen is alleen HS Aqua FloraCarbo te overwegen. Wat dan gelijk ook een complete plantenvoeding is, maar dan niet in de hoeveelheid die op de verpakking staat. Men zou kunnen starten met 1 ml per 100 liter, en dan eventueel naar behoefte verhogen. Is het nodig? Kijk naar de planten. Is het raadzaam? Kijk naar de vissen. |
Uit de kenmerken blijkt dat frequent water wordt ververst. Daarmee worden stoffen aangevuld (CO2 schommeling wordt buiten beschouwing gelaten). Niet alle elementen, en waarschijnlijk niet in de juiste verhouding. Wanneer de planten het echt niet doen (schade door vissen aangebracht telt niet mee), dan zal eerst gekeken moeten worden naar de soort beplanting. Is deze biotoop correct (accepteer gewoon dat een biotoop anders is dan een gezelschapsaquarium), dan kan vervolgens gekeken worden naar de verlichting. Kan het iets meer of minder? Bij minder zal pas als laatste zal een flesje complete plantenvoeding worden gekocht. Bij meer eerder! Maar dat flesje zal heel lang meegaan, daar de dosering veel lager zal zijn dan voor een doorsnee aquarium. Een kwestie van uitproberen.
Met betrekking tot alggroei kan bemesten ook helpen (zoals hierboven bleek). Licht zal in eerste instantie voor algen minder van belang zijn.
![]() |
Toch wil het bij ons op de vereniging maar niet lukken. In het aquarium van de schrijver wil zich geen groene alg ontwikkelen, ondanks de plantenvoeding. Uitgeprobeerd zijn:
|
![]() |
Drie van de vragen lijkt ons relevant om te beantwoorden bij dit type aquarium.
|
Hierboven een tweetal foto's. Beide zijn Zuid Amerika. Ze dienen als voorbeeld. En dan wel specifiek m.b.t. de hoeveelheid beplanting. In de ene bak geen, en weinig tot geen alg (Het groen zijn planten boven deze open bak). Er is niets dat gevoed moet worden. In de ander wat "verdwaalde" moerasplanten, maar ook enige stengelplanten. Dit laatste aquarium is een Discus-bak. Oftewel een aquarium waarbij vaker een waterwissel plaatsheeft.
Kenmerken van Zuid-Amerika bakken zijn (gegeneraliseerd):
Bron: aquaforum.nl, winnares fotowedstrijd 2008 (B28), sterker beplant,
niet geheel biotoopcorrect
Rinke, verenigingskampioen 2007, sterker beplant
![]() |
Een gezonde Zwaardplant (Echinodorus) is qua wortelstelsel te vergelijken met een conifeer. Dergelijke planten neemt men moeilijk op. Wil men dat toch, snij dan met een scherp mes de wortels "rond". De achtergebleven wortels zullen afgebroken worden tot plantenvoeding, zeker in een zware bodem. Wees bij een kale (zand)bodem extra alert op zwarte plekken in de bodem. Het gaat namelijk niet altijd goed. |
De geleidbaarheid is tevens een waarde die in gedachte moet worden gehouden. De NBAT geeft bijvoorbeeld aan dat de gemeten waarde van de Rio Negro 8 µS/cm is en van het Amazone bekken (gemiddeld) 8-70 µS/cm. I.t.t. tot het Tanganjikameer waar 600 µS/cm gemeten wordt. Toevoegingen zijn van invloed, deze verhogen de geleidbaarheid. De vraag is hoe rigide men een biotoop definieert. Dus wat streeft de aquariaan na, wat meestal ingegeven wordt door de vissen die men houdt (waarbij de discussie over Wildvang vs. kweek weer opgeldt doet.).
Naast de Amerika biotopen kennen we Azië-biotopen en Oceanië-biotopen. Die laatste zien we echter veel minder vaak. Azië-biotopen zullen vaak dicht beplant zijn, voor Oceanië-biotopen is dat minder voor de hand liggend. In de rivierbeddingen waar regenboogvissen leven, zijn er veel stenen en weinig planten.
Kenmerken van Azië-biotopen zijn.
Bij deze biotoopaquaria zullen de benoemde kenmerken leiden tot het uitgangspunt dat de aquariaan minimaal wil voldoen aan de waterwaarden. Dit betekent dat:
Osmose-water ter verlaging van de KH op een eenvoudige wijze (al of niet aangeschaft bij bijvoorbeeld Verloop of zelf aangemaakt). CO2 waarbij het gunstige effect op de pH een belangrijke factor zal zijn. Dat laatste is dan weer vreemd in het licht van de uitleg in deel II. CO2 dient toch als plantenvoeding en niet als pH verlager? Vandaar het noemen van osmose als eerste. Pas als de KH is gedaald, kan door toevoeging van CO2 de pH naar beneden worden gebracht op een manier die acceptabel is bij een lage beplantingsgraad. (Overigens zal normaal gesproken een fles langer meegaan omdat er minder CO2 verbruik is bij een lage beplantingsgraad.)
Afhankelijk van het type biotoop zal de verlichting de beperkende factor zijn (er is sprake van CO2 toevoeging). Hetzij door toevoeging van middelen als eikenbladextract, HS aqua Negrocell of Dennerle TR7 Tropenwater, het gebruik van drijfplanten, het dimmen van licht, het beperkt houden van het aantal buizen. De biotopen met kristalhelder water, zijn dan weer de uitzondering.
Een tweede belangrijke factor is de biomassa. Alhoewel hierboven foto's zijn getoond van dicht beplante, althans sterker beplante aquaria, zal de doorsnee biotoop, toch minder planten bevatten. Waarmee de vraag naar voeding dus verminderd.
Dit alles zal leiden tot een gematigd bemestingsplan. Wat moet er dan toegevoegd worden? Dat is afhankelijk van de bodem. Bij keuze voor een voedingsbodem, zullen de meeste flessen achterwege kunnen blijven. Bij bijvoorbeeld Discussen zal NO3 en PO4 meer dan afdoende aanwezig zijn. Als dan de planten allemaal tot de moerasplanten behoren, zou de bodem, eventueel in de loop der tijd aangevuld met (verrijkte) kleibollen, afdoende moeten zijn. Ontstaan er gebreksverschijnselen, dan kan alsnog overgegaan worden op "flessenvoeding".
Is de keuze voor een zandbodem (i.v.m. bodembewoners als Corrydorassen of Pangio's) dan zal flessenvoeding niet achterwege blijven. De hoeveelheid dient aangepast te worden aan de beplanting. Wil bij een aquarium volgens de "Hollandse school" de aanbevolen hoeveelheid vaak te weinig blijken, dan zal dit nu eerder te veel zijn. Laat u hierbij leiden door het aanzicht van de planten. Stop bij de aanwezige moerasplanten (regelmatig) een kleibol.
![]() |
Wanneer u tevreden bent met de inrichting, en u overweegt niet om solitair geplante Zwaardplanten te verplaatsen, dan is te overwegen om rond de plant een laag van een van de nieuwe substraten te leggen, afgedekt met een dunne laag zand of grind. Dit subtraat zal voedingstoffen opnemen en wanneer nodig aan de plant kunnen afstaan. Zolang dit substraat stoffen kan opnemen is er min of meer sprake van een perpetuum mobile. |
Samenvattend is een algemeen advies te geven. Hierbij wordt uitgegaan van CO2 toevoeging en dat licht in de meeste Zuid-Amerikaans ingerichte aquaria een beperkende factor zal zijn.
Met voedingsbodem
|
Kale bodem
|
Het gezelschapsaquarium ([A1]) is nog steeds veruit het meest populair. En gevarieerd. Van eenvoudige aquaria tot volledige onderwaterlandschappen. In dit gedeelte wordt volstaan met het bespreken van een aantal aquaria uit onze vereniging ter illustratie van wat het resultaat is bij de gekozen weg. Qua voeding gaat het van minimaal naar meer.
De vragen worden hier weggelaten. Die komen bij de volgende paragraaf (Gezelschapsaquarium, methodisch (E.I., Walstad)) beter tot hun recht.
Het aquarium van Raymond, dat ook wordt besproken onder Help!. De gegevens:
Een inmiddels ter ziele zijnde kweekbak van Robert. De gegevens (gebaseerd op 2009):
De visbezetting is redelijk hoog, maar doordat er ook een grote groep vuurgarnalen in verbleef, werd het detritus sneller omgezet in voedingstoffen.
De verlichting is in eerste instantie de beperkende factor. Opzettelijk, want wekelijks snoeien is niet direct in het voordeel van een kweekbak. Door de lage verlichting was de aanwezige hoeveelheid CO2 afdoende. Visvoer en af en toe het extra van de plantenvoeding deden de planten gezond ogen tijdens de laatste twee jaar.
Toch als men goed kijkt, zijn er wel gebreksverschijnselen te zien. De Marsilea is niet helemaal schoon. De Cyperus werd schoon gehouden door slechte bladeren te verwijderen.
Qua beplanting valt op dat er veel moerasplanten en trage groeiers zijn gebruikt. Enige uitzondering is de Bacopa. Het "Leidse plantje" oogt hier groot. Maar dat ligt aan de hoogte van het aquarium.
Wanneer naar de foto's gekeken wordt, doet het aquarium het beter in de laatste twee jaar. Een aanname is dat in de loop der jaren de bodem toch voedingstoffen is gaan bevatten uit het afval. Veel geheveld werd er namelijk niet.
De beukenbladeren zijn decoratief te noemen, maar voornamelijk functioneel. Garnalen zijn er gek op. Enig aanzurende werking kan er wel aan toegeschreven worden. Toch lag de pH rond de 7. De KH is nooit gemeten.
Het is een eenvoudig aquarium, dat niet iedereen zal aanspreken, maar het laat zien dat veel voeding niet altijd nodig is. Of beter, dat een eenvoudig aquarium haalbaar is met eenvoudige middelen.
Een voormalige scape van het aquarium van Jan. Tijdens de districtskeuring 2010 eindigde hij hiermee op de 10e plaats met een puntentotaal van 384,5 waarvan 60,0 biologisch. De keurmeester schreef:
Mooi helder water met een goed en gezond visbestand. Binnen de mogelijkheden van een vrijwel vierkante ruimte goed ingericht [...] Met perspectief en vrije zwemruimte voor de vissen. [...] Mooie waaierhand garnalen.[...]Inmiddels is hij over op een zeewater-aquarium.
De gegevens:
Wat misschien niet direct duidelijk wordt uit bovenstaande voorbeelden, is dat er sprake is van verschil in ervaring met beplante aquaria. Jan en Robert hebben er veel ervaring mee.
In vergelijking met de in deel II benoemde mogelijke middelen, wordt er maar spaarzaam gebruik gemaakt van die middelen bij de voorbeeld aquaria. Geen CO2 of koolstofoplossing, geen KNO3 of PO4, geen sporenlementen echter wel complete plantenvoeding.
Misschien vreemd, gezien het complete betoog waarin duidelijk werd dat planten levende wezens zijn die voeding nodig hebben. Maar minder vreemd in het licht van de "gouden driehoek": de verlichting en de biomassa is in de laatste twee aquaria beperkt. De vraag naar voeding is dus laag. Blijkbaar is het mogelijk om zonder al te veel ingrijpen een gezond aquarium te krijgen mits men nadenkt.
Eerlijkheidshalve dient gesteld te worden dat de schrijver van deze artikelen eerder acceptabele resultaten had kunnen behalen met zijn kweekbak, wanneer er in de eerste jaren iets meer aandacht aan de bak was besteed en consequenter was gedaan aan bemesting.
In de bovenstaande voorbeelden is er sprake van handelen naar eigen inzicht. Ervaring wordt dan een belangrijke factor. Binnen de hobby zijn er echter ook methoden. Prettig want dat geeft aquarianen houvast. Maar geen garantie tot succes. Onze hobby kan namelijk weerbarstig zijn.
De nu bekendste methode is de Estimative index. Een tweede methode is de El Nature of Waldstad-methode. Deze is een stuk minder bekend en misschien zelfs geen methode maar een filosofie. Deze methoden worden vaak als tegenpolen gezien. De E.I. gaat uit van een kale bodem en toevoegingen, de El nature van geen enkele toevoeging en een zware bodem.
Maar ook hierbij is het niet zwart-wit. Er is een zogenaamde E.I.-Non Co2. Daarbij wordt een zware bodem gehanteerd met toevoegingen. En binnen het "kamp" van "El nature" kan men niet om toevoegingen heen wanneer planten een gebrek tonen.
Hieronder ziet u twee aquaria met een zware bodem (jaren zestig), en een aquarium zonder (2012). Alhoewel deze niet echt zijn in te delen in "Walstad" versus "E.I.", worden deze wel gebruikt als kapstok voor beide methoden. Een opzet van een aquarium volgens de Walstad-filosofie, vindt u hier.
Van de oude bakken weten we lichthoeveelheid niet meer. Veel zal het niet geweest zijn. De nieuwerwetse bak heeft 6 maal 58 watt, waarvan er maar vier branden, en niet eens vol, want er wordt gebruik gemaakt van een dimmer. Dat is verhoudingsgewijs weinig (nog geen 0,5 watt per liter op vol vermogen). Maar wel toevoeging van CO2, fosfaat en nitraat, sporenelementen en plantenvoeding, maar dan met mate. Dus niet echt een high-tech aquarium (initieel was 1,4 watt per liter licht dan eerder aan de orde). De beperking van licht is voor alle drie van belang. Het voorkomt een grote vraag naar voeding.
Alle drie de aquaria behoren tot de "Hollandse school". Waarbij de "oudjes" meer volgens de regels zijn opgebouwd, maar de nieuwe (aquarium van de schrijver), wel met een andere scape, was toch goed voor een puntentotaal van 388,0 waarvan 61,5 biologisch in het district 2012.
Alle drie hebben een sterke beplanting. En bij alle drie zijn de planten gezond. Het geeft aan dat op verschillende wijzen resultaat is te behalen.
Walstad, of terug in de tijd: aquaria met een zware bodem
In 2003 kwam van D. Walstad ECOLOGY of the PLANTED AQUARIUM. A Practical Manual and Scientific Treatise for the Home Aquarist uit. Al weer de tweede druk. Engelstalig. Een aanrader voor elke aquariaan. Niet alleen voor degene die geïnteresseerd zijn in de methode. Het is de achtergrond voor alle aquarianen die meer willen weten van de processen die zich in een aquarium afspelen.
De uiteenzetting die Walstad doet geeft de achtergond van de wijze waarop zij aquaria wil houden. Maar geeft ook de achtergrond waarom het op een andere manier kan. Het is geen handleiding in de trant van een recept. Er staat nergens doe dit of dat in een specifieke volgorde. Maar een dergelijk recept is er wel uit af te leiden.
Alvorens dat recept te tonen, eerst een typische Walstad uitspraak. Een antwoord op de vraag wat nu echt nodig is voor het starten van een gezond aquarium.
Adequate lighting, 2.5 cm underlayer of an unfertilized soil, large diversity of plant species, moderately hardwater, well-fed fish, and patience. Also, I would encourage hobbyists to buy my book rather than second-guess from what others have written.
Tijdens het opstarten:
"Maar dat deden we vroeger toch al? Wat is hier nieuw aan?" Verzuchtingen die aquarianen zullen slaken wanneer ze al weer heel wat jaartjes meelopen. En inderdaad, het klopt. Alleen nu staat het zwart op wit met een ecologisch verklarende saus er over heen.
Het beoogde resultaat is een onderhoudsarm aquarium waarin veel te genieten is. Het resultaat kan echter ook een complete ecologische ramp zijn met niet groeiende planten, algen in alle soorten en maten en een diep teleurgestelde aquariaan die heil zoekt op marktplaats of overgaat tot de Estimative index met alle bijbehorende gadgets.
De eerder gestelde vragen worden nu interessant. Hieronder onze interpretatie.
![]() |
|
Herkent u zich in deze beschrijving? Of juist helemaal niet? Dan weet u of deze methode geschikt voor u is. Het is enige zoeken naar de juiste planten. Het vereist een zware bodem. Maar het resultaat kan geweldig zijn. Met als bonus minder onderhoud.
Leesvoer in dit kader is er te over. Hieronder een selectie van artikelen:
De high-tech aquaria, vaak volgens de Estimative index van T. Barr
Walstad laat ons niets toevoegen. Precies zoals we al jaren gewend waren. Maar met de voortgang van de hobby is er veel veranderd: betere verlichting (van T20 naar T8 naar T5), andere planten, andere samenstelling van het drinkwater, geen voedinsbodem meer, CO2 is qua prijs toegankelijk voor velen.
Veel licht, CO2. Kenmerken van de zogenaamde high-tech aquaria. En daar hoort voeding bij. Als er geen limiterende waarde is van licht en CO2 moeten navrant voedingstoffen aangeboden worden bij een grote biomassa. Wanneer men de Estimative index volgt is het idee dat de winkelschappen altijd uitpuilen. Zorg voor een teveel aan voeding, zodat de planten ook groeien (de E.I. is gericht op plantengroei!). In de volgende afbeelding ziet u streefwaarden.
(+ or -) 5ppm of CO2 is fine in a 20-30ppm range. (+ or -) 1ppm or so of NO3 is pretty reasonable. (+ or -) 2ppm of K+ is pretty reasonable. (+ or -) 0.2ppm of PO4 is pretty reasonable (?) (+ or -) 0.1ppm of Fe is reasonable (?) CO2 range 25-35ppm NO3 range 5-30ppm K+ range 10-30ppm PO4 range 1.0-3.0 ppm Fe 0.2-0.5ppm or higher (?) GH range 3 degrees ~ 50ppm or higher A Typical Tank A typical routine for a high light tank with low fish load: Volume 80 liters (20 gal high standard tank) 5.5 watts/ gal. - two 55watt 5000K/8800K lamps CO2-25-30ppm (I turn my CO2 off at night) Canister filter Fluorite (any porous iron rich material will do) about 7-10cm depth A Typical Dosing Routine 1/4 teaspoon of KNO3 3-4x a week (every other day) 1/16th-1/32nd teaspoon of KH2PO4 3-4x a week (every other day) Traces added on off days as the macro nutrients, so 3x a week, 5mls each time. SeaChem Equilibrium 1/8 teaspoon after water change. Bron: The Estimative Index of Dosing, or No Need for Test Kits |
Uitgangswaarden: Geen CO2 en tot 0,5 Watt per liter licht: NO3 10 tot 20 mg/l en PO4 1 tot 2 mg/l per week Met CO2 en tot 0,5 Watt per liter licht: NO3 20 tot 30 mg/l en PO4 2 tot 3 mg/l per week Met CO2 en meer dan 0,5 Watt per liter licht: NO3 30 tot 40 mg/l en PO4 3 tot 4 mg/l per week Goede richtwaardes die gemeten kunnen worden in het aquarium zijn: CO2 - 25 - 35 mg/l NO3 - 10 - 30 mg/l K+ - 10 - 30 mg/l PO4 - 1 - 3 mg/l Fe - 0.2 - 1 mg/l GH - hoger dan 3 Bron: De Estimative Index (EI) - eenvoudige uitleg |
Intimiderend? In de vorm van deze tabel misschien wel. Maar het valt reuze mee. Men doseert om de dag macro-elementen en micro-elementen zodat de streefwaarden worden gehandhaafd/gehaald. Aan het einde van de week doet men een 50% waterwissel, en men begint weer overnieuw. Door die grote waterwissel kunnen er geen absurd hoge waarden worden bereikt. Waarbij de opmerking op zijn plaats is dat er allerhande rekentools bestaan die voorrekenen hoeveel men toevoegt als men minder water wenst te wisselen. In een lijst:
Het is de wet van Liebig in volledige uitvoering. Zorg dat de planten nooit een tekort hebben, door altijd een voldoende voorraad aan te bieden. Waarbij heel belangrijk is dat licht en de CO2 op orde zijn. Pas als die CO2 in het juiste gewenste gebied zit, kunnen de planten ook de aangeboden voedingsstoffen opnemen. (Licht bij Walstad was 50 watt voor 60x40x40, bij Barr is het 138 watt, uitgaande van 5.5 watt/gallon.)
De resultaten? Van fantastische aquaria tot dramatische algenbakken. Alleen NO3 en PO4 verhogen zonder CO2 op peil te hebben, geeft problemen. Normaal gesproken, wanneer het licht en de CO2 op orde zijn, zullen de planten de bak uit groeien. Dat geeft veel onderhoud. Maar ook veel plezier als u anderen er blij mee kunt maken.
De eerder gestelde vragen zijn nu wederom interessant. Hieronder onze interpretatie.
![]() |
|
Leesvoer in dit kader is er te over. Hieronder een selectie van artikelen:
Aan de ene kant Walstad zonder toevoegingen en aan de andere kant de E.I.. Daartussen is er veel mogelijk. T. Barr geeft in Non CO2 methods zelf advies om met een zware bodem, zonder CO2 toevoeging maar met plantenvoeding te werken.
Alles wat er tussen zit vereist van de aquariaan inzicht en nadenken. De basisgegevens zijn dan weer:
Als u alle drie de delen heeft gelezen, dan is de concusie in ieder geval dat het veel tekst was. Veel tekst voor iets dat we feitelijk allemaal weten: planten hebben voeding nodig. Wanneer planten goed worden gevoed, zullen zij doen waarvoor ze in het aquarium zijn geplaatst: ze zullen het water zuiveren, voorzien van zuurstof en een vluchthaven bieden aan de bewoners.
Met de ontwikkeling van de hobby is dat uitgangspunt van waterzuivering, ogenschijnlijk vergeten. Jammerlijk, maar niet onlogisch. In eerste instantie waren (en zijn) de NBAT (en BBAT) keuringen vooral gericht op kennisoverdracht en het laten groeien van de aquariaan, maar toch zijn deze uitgegroeid tot competities waarbij esthetiek een hele belangrijke rol is gaan spelen in de ogen van de deelnemer. De keurmeester kijkt verder, maar de deelnemer en toeschouwer zien vaak alleen het esthetische aspect.
Het resultaat is dat planten nu veel aandacht krijgen bij gezelschapsaquaria. Deze moeten het mogelijk maken te komen tot een tuinarchitectonisch verantwoord geheel. Ligt het antwoord hierbij in voeding? Nee! Het is slechts een aspect. Wanneer u kijkt naar onderstaande foto's dan is het de scheppende hand van de aquariaan die deze oogstrelende plaatjes mogelijk maakte. En dat is iets wat men moet leren, en maar zelden als gift meekrijgt. Maar er is al veel gewonnen wanneer de aquariaan de omstandigheden voor de planten (met in het achterhoofd de aanwezige bewoners) zo weet te maken, dat ze gezond groeien. Een gezonde plant oogt veel beter dan een plant die net het hoofd "boven water" kan houden. Daarna kan men aan de plaats van de planten gaan werken.
![]() |
![]() |
Bron: NBAT (R. Duindam) | Bron: aquaforum.nl (deelnemer G29) |
![]() |
![]() |
Bron: aquaplantexchange.nl (Fred van Wezel) | Bron: NBAT (Willem van Wezel) |
Om de omstandigheden voor planten te optimaliseren, kan men kiezen uit een groot aanbod van middelen. Maar toch heeft niet elk aquarium alle voorhande zijnde middelen nodig. De boodschap van deze tekst is: denk na. Laat u niet gek maken door fabrikanten. Laat u niet gek maken door evangelisten van een methode. U bepaalt zelf wat u met uw aquarium wil bereiken, hoeveel geld u daarvoor over heeft, en wat u acceptabel vindt. Een algje maakt u niet tot een slechte aquariaan. Een supergezond plantenbestand maakt u niet tot een goede aquariaan. Een gezond aquarium waarin de volledige levende have goed gedijd wel!
Als u antwoord weet te geven op de volgende vragen, weet u welk bemestingsplan bij uw aquarium past.
De ene methode is niet beter dan de ander. Maar wel anders. De E.I. is makkelijker stuurbaar dan Walstad. Walstad laat u al bij voorbaat een keuze maken. Werkt dat echter niet voor u, kunt u alsnog naar de E.I., al of niet full-blown. Het antwoord ligt niet in de waarden. Het antwoord ligt in uw planten en bewoners.
Overigens is een bezoek aan onze vereniging ook natuurlijk een goede zet. Op de vereniging lopen aquarianen rond die met hart en ziel één methode promoten, maar ook aquarianen die overal mogelijkheden in zien, en afhankelijk van de situatie advies geven. Totaal is het niet eensluidend, soms zelfs tegenstrijdig, maar wel uit de hobbybeleving, gestoeld op ervaring en met zichtbare resultaten.
En de schrijver? Die heeft veel aquaria gehad. Al of niet even succesvol. Op dit moment heeft hij 3 aquaria. De eerder getoonde plantenbak uit 2012 (1.69 x 59 x 59), de Tanganyika-bak (1.60 x 50 x 50) en een Walstad-aquarium (1.20 x 40 x 50). Drie "takken" uit de hobby. Waarom? Omdat het leuk en leerzaam is om op verschillende gebieden bezig te zijn. Practice what you preach.
Rome is niet op één dag gebouwd. Bent u nieuw in de hobby? Begin eenvoudig. Doe ervaring op. Leg niet de lat te hoog. Er zijn maar weinig natuurtalenten. Zelfs met alle middelen voor handen lukt het sommige aquarianen niet om een keuring goed te door te komen.
En vergeet niet dat de hobby leuk is! Geniet van uw aquarium.