Hagedissen van de KRK

©2012 L. Bezem

Op onze trektocht met de caravan kwamen we enkele jaren terug in Kroatië, op het Dalmatische eiland KRK terecht, we vonden een plekje aan de kust onder een mooie boom en veel groen om ons heen. Dit was wel nodig want na verloop van tijd werd het heel warm.

In de eerste week begin juni was de temperatuur nog aangenaam zo’n 22 graden, wat mooi was om eens rond te kijken wat er zoal rond de camping te zien was.
Ik had al verschillende keren geritsel gehoord wanneer ik rond de caravan bezig was, maar kon niet zien op wiens territorium ik was gaan staan.

Op mijn wandeling viel het niet mee om wat te ontdekken. Wel veel weg vluchtende dieren, maar wat was het. Het ritselen van slangen, het wegspringen van hagedissen, waar zaten ze, wat waren ze snel. Ik kwam er al snel achter dat het geen zin had om overdag op zoek te gaan, de beestjes waren te goed opgewarmd.

Bij de eerste avond zoektocht had ik al geluk, een stel prachtige oostelijke smaragdhagedissen (Lacerta viridis) lag in de rotsen van het avondzonnetje te genieten.
We hadden wel eerder smaragdhagedissen gezien, maar dit bleken westelijke smaragdhagedissen (Lacerta bilineata) te zijn. Deze soort werd lange tijd als een ondersoort gezien van de oostelijke smaragdhagedis. De hagedissen zijn soms moeilijk te onderscheiden van verwante soorten maar de verspreidingsgebieden overlappen elkaar vaak niet.


Een paartje Oostelijke Smaragdhagedissen (Lacerta viridis) genieten van de avondzon.

De oostelijke smaragdhagedis komt voornamelijk voor rond het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied. Van west naar oost loopt het verspreidingsgebied van westelijk Slovenië tot het Aziatische deel van Rusland. De noordelijke grens van het verspreidingsgebied reikt tot in zuidelijk en oostelijk Duitsland. In België en Nederland komt de hagedis niet voor.

De hagedis leeft in begroeide gebieden met schuilplaatsen en mogelijkheden om te zonnen. Het is een snelle soort die bij verstoring in zijn hol schiet of in een boom klimt. Op het menu staan voornamelijk kleine dieren maar ook vruchten worden wel gegeten.

Hij is warmte minnend en prefereert een temperatuur van 32 tot 33° Celsius. Al bij een temperatuur van 15 graden zijn de dieren actief.

De hagedis wordt in de meeste Europese landen beschermd. De oostelijke smaragdhagedis wordt wel in gevangenschap gehouden.

Na deze vondst waren we benieuwd wat er nog meer te zien was. Na een paar dagen zoeken hadden we geluk en zagen we de Dalmatische kielhagedis (Algyroides nigropunctatus). Ook de namen blauw-keelkielhagedis, zwartgevlekte kielschubhagedis worden wel gebruikt voor deze soort.

De Dalmatische kielhagedis heeft een duidelijk langgerekt lichaam waarbij de poten uit elkaar staan en bezit daarnaast een zeer lange staart. De kopromplengte is ongeveer 7 centimeter en de totale lichaamslengte is tot 23 cm. Hiermee is het van de vier Algyroides- soorten de grootste soort. De andere drie soorten blijven rond de 15 centimeter totale lengte. De mannetjes krijgen in de paartijd een felblauwe keel, soms krijgen ook de vrouwtjes een blauwe kleur, maar valer dan bij de man. De rest van het lijf is lichtbruin tot roestbruin, de buik is wit tot gelig. De wetenschappelijke naam zwarte (nigro) puntjes (punctatus) komt terug in de tekening; enkele rijen zwarte of donkerbruine vlekjes op de rug, maar de vrouwtjes buiten de paartijd missen deze meestal.

Een typisch kenmerk is de zilverachtige iris. De hagedis is net als andere Algyroides- soorten te herkennen aan de gekielde, dakvormige schubben op de flanken, staart en rug.

Het verspreidingsgebied van de hagedis is van alle Algyroides- soorten het grootst en beslaat een lange, smalle strook langs de oostkust van de Adriatische Zee. De soort komt voor in de landen Albanië, Griekenland, Kroatië en Montenegro.

De habitat bestaat uit begroeide en enigszins vochtige omgevingen zoals steenhopen, muren en ruïnes met vegetatie, begroeide rotswanden en ook in sterk gecultiveerde omgevingen als wijngaarden en tuinen is de hagedis te vinden. De hagedis is een behendige klimmer en watervlug.

Het vinden van deze hagedis was een stimulans om weer verder te zoeken dus gingen we weer op pad, het werd steeds warmer en dat bemoeilijkte onze zoektocht, de beestjes kropen steeds verder weg, we moesten of heel vroeg opstaan of meer tegen de avond zoeken.


Een foto van internet waarop goed te zien is de felblauwekeel van een mannetje van de Dalmatische kielhagedis in de paartijd.

Na verloop van tijd hadden we weer geluk, we vonden de prachtige franjeteenhagedis (Acanthodactylus erythrurus). De soort wordt ook wel roodstaartfranjeteen genoemd, wat een verwijzing is naar de opvallend rode staart van het juveniel.

De Franjeteenhagedis heeft een opvallende tekening van lichte lengtestrepen met daartussen zwarte en oranjebruine vlekken. De lichaamslengte kan tot meer dan 20 centimeter bedragen waarvan het grootste deel bestaat uit de staart. De juvenielen zijn donker met lichtere lengtestrepen en vallen op door hun felrode staart.
De vrouwtjes behouden een rode staart als ze volwassen worden, bij de mannetjes verdwijnt de rode kleur.
Daar in de literatuur de vindplaats van deze soort alleen in Marokko, Algerije, Spanje en Portugal zou voorkomen, hebben we misschien wel een onverwachtse ontdekking gedaan.
De habitat bestaat uit droge, hete plaatsen met weinig vegetatie, de hagedis kan over zand rennen met een temperatuur van meer dan 50° Celsius.


Franjeteenhagedis (Acanthodactylus erythrurus)

De hagedis leeft van insecten en andere ongewervelden, maar ook van juveniele hagedissen inclusief kleinere soortgenoten. De franjeteenhagedis is snel en wendbaar en kan bijten bij vangpogingen. Ook zagen we de ruïnehagedis (Podarcis siculus).

De ruïnehagedis heeft een bruine basiskleur met groene lengtestrepen, maar door het grote aantal ondersoorten is er een enorme variëteit in kleuren en patronen. Over het algemeen geldt dat de vrouwtjes donkerbruin zijn met twee geelbruine lengte strepen op de rug, verder is de kleur egaal bruin; de rug iets lichter.


Ruïnehagedis (Podarcis siculus).

Deze soort heeft een forse en tamelijk korte kop. De mannetjes verschillen meestal alleen door een iets forser uiterlijk en een groenbruine kleur, maar in de paartijd kleuren de mannetjes groen.

Mannetjes krijgen vaak blauwe vlekjes op de flanken, net als andere muurhagedissen. Het determineren van de ruïnehagedis is door de grote variatie in combinatie met soms overlappende variaties van andere soorten zeer lastig. De totale lengte is ongeveer 25 centimeter inclusief staart, de lichaamslengte alleen is tot negen centimeter.

Per ondersoort en variëteit verschilt dit enigszins, maar de meeste mannetjes krijgen een groene rug met zeer donkere streep vanaf de staartwortel die naar de kop toe geblokt wordt en in de nek verdwijnt. Ook een groene met bruine kleur en een fijn, zwart netpatroon is mogelijk. Dergelijke patronen komen met name in het zuidelijke deel van het verspreidingsgebied voor.

Voor ons is de dag altijd weer geslaagd wanneer je een mooie of nieuwe waarneming hebt kunnen doen en dat geeft vaak een voldaan gevoel.

Gesponsorde links