De plant die mij altijd enorm intrigeert, is de vleesetende plant. Naast het bijna griezelige feit dat hij kleine insecten (voornamelijk vliegen) en spinnen vangt, vind ik hem ook beeldschoon. Tijd om hier wat meer over te weten te komen.
De Dionaea Muscipula lokt zijn
prooi door het afscheiden van een
nectar-achtige substantie aan de
randen van de twee bladhelften.
De zoete geur van de nectar lokt
de vliegen naar deze dodelijke
plant. Zodra de vlieg landt, sluiten
de bladeren, die uit twee helften
bestaan die snel kunnen sluiten.
Tussen de twee bladhelften zijn per
blad drie tot negen voelhaartjes
aanwezig. Als een een haartje
binnen circa 20 seconden twee of
meer keer wordt aangeraakt, klapt
de val dicht met de kans dat er een
dier tussen zit. Regendruppels en
windvlagen gaan te langzaam
en “werken” dus niet. Als
regendruppels en windvlagen de
vallen lieten dichtgaan zou de
plant te veel energie verliezen om
steeds dicht te gaan voor niets. Als
er echter toch niets blijkt te zijn
gevangen openen de bladeren
zich weer na een paar uur.
Tussen de dichtgeklapte bladeren
komt een afscheiding vrij die
het insect verteert. Elk blad kan
slechts een gering aantal insecten
verteren, daarna sterft het af. Het
verteren van een insect duurt zo’n
tien dagen. Na vertering blijft er
een residu achter, bestaande uit
de onverteerbare delen van het
insect.
Als het blad weer open gaat valt
dit residu er uit of wordt door de
wind weggeblazen.
Zoals veel vleesetende planten komt de venusvliegenvanger voor in moerasgebieden met een stikstofarme bodem. De plant komt voor in de staten van North- Carolina en South Carolina van de Verenigde Staten.In de lente zijn de bladeren kort en breed, in de zomer lang en smal.
Deze plant leeft voornamelijk op stikstofarme bodem. Voorbeelden hiervan zijn moerassen en veengrond. Doordat deze plant vallen heeft, kan deze voorkomen op voedselarme grond. De planten halen hun voedingstoffen uit de insecten die ze vangen. De venusvliegenvanger is klein en groeit langzaam, vanaf zaadje tot volwassen plant duurt het ongeveer 3 jaar. Hij kan goed tegen vuur, wat een voordeel is bij periodieke branden, waarbij zijn concurrentie afbrandt. Men heeft deze plant al op zeer veel plaatsen gevonden op aarde, maar hij heeft zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Het zijn subtropische planten waardoor ze zachte winters kunnen overleven. Sommigen houden wel een soort “winterslaap”.
De bloemen groeien uit 1 grote knop die ontspruit in meerdere knoppen die uiteindelijk de bloemen vormen. De plant heeft witte bloemen. De bloemen hebben meestal 5 kroonbladeren. De venusvliegenvanger kan als kamerplant gehouden worden. Ze hebben echter wel aandacht nodig: geen leidingwater (vanwege de kalk), maar regenwater, en daarvan moet altijd (behalve in de winter) een laagje van 2 cm. in hun pot van staan. En als er binnen geen (voedzame) insecten zijn is het mogelijk ze levende insecten te geven maar dit is niet noodzakelijk. De venusvliegenvanger kan in principe het hele jaar door buiten gehouden worden maar moet beschermd worden bij strenge vorst. Knip nooit de bloemen af ondanks dat deze veel energie kost en daardoor de groei van de plant kan storen.
Eigenlijk was het dit jaar wel heel erg goed geweest om deze plant in huis te hebben staan met al die spinnen die we in huis hadden. Maar ja, die spinnen vind ik ook weer heel erg leuk en zeker nuttig tegen de muggen. Dus toch maar niet. Misschien volgend jaar, maar dan buiten.